Meer dan 7.000 arbeiders kunnen terugkeren naar hun land als de grenzen open zijn.
De vice-president van de raad van bestuur en adviseur voor toerisme, regeneratie, justitie en lokaal bestuur, Juan Marín, zei gisteren dat de Andalusische regering de wil aan de Marokkaanse autoriteiten heeft overgedragen om de duizenden Marokkaanse vrouwen te testen die in de provincie Huelva hebben gewerkt en dat ze, als ze klaar zijn met dit werk, naar hun land moeten terugkeren, maar dat kan niet omdat de grenzen gesloten zijn.
Marín drukte zich op deze manier uit in een audioprogramma dat door de Raad werd uitgezonden nadat hij de vergadering van het Comité voor de bewaking van gezondheidscrises in Covid-19 had voorgezeten, samen de voorzitter van het Parlement, Marta Bosquet, en de woordvoerders van de parlementaire fracties.
Tijdens de ontmoeting met de groepen bracht de vice-president verslag uit over de situatie op het platteland van Huelva als gevolg van de repatriëring van 7.000 tijdelijke werknemers die aan het werk gingen en dat zodra hun werk was voltooid, ze terug moesten naar Marokko. Juan Marín zei dat alle inspanningen worden geleverd door de Andalusische regering met de ambassadeur van Marokko en met de regering van dit land, na een gesprek met de Spaanse minister van Landbouw, Luis Planas, om te proberen deze mensen te repatriëren naar hun land van herkomst.
Marín maakte duidelijk dat de Raad zelfs voorstelt tests uit te voeren om de Marokkaanse regering te garanderen dat deze vrouwen zonder coronavirus naar hun land van herkomst terugkeren. De situatie van deze arbeiders is kritiek, aangezien de roodfruitcampagne bijna voorbij is en ze geen kans hebben om terug te keren naar Marokko omdat de grenzen gesloten zijn.
